Over auteursrecht

Auteursrecht

Vrijwel elk land kent een vorm van auteursrecht. Het huidige Nederlandse auteursrecht is geregeld in de Auteurswet. De Auteurswet regelt de rechten van makers van creatieve werken en van allerlei (mogelijk) betrokken partijen zoals rechtverkrijgenden en gebruikers van het werk. De definitie van het auteursrecht staat in Artikel 1 van de Auteurswet:

“Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.”

In de praktijk betekent dit dat de maker van een creatief werk, of degene die de rechten daarover heeft verkregen, het recht heeft om te bepalen wat een ander wel en niet met het werk mag doen. Openbaar maken en verveelvoudigen zijn begrippen die ruim moeten worden geïnterpreteerd. Het is daarom zaak om als (potentiële) gebruiker van een werk goede afspraken te maken met de rechthebbende. Over het algemeen duurt het auteursrecht voort tot 70 jaar na de dood van de langst levende maker.

Let op: expliciete toestemming

Voor allerlei vormen van gebruik van auteursrechtelijk beschermd werk is expliciete toestemming van de rechthebbende nodig. Dat betekent dat de rechthebbende nadrukkelijk moet hebben aangegeven dat hij/zij toestemming verleent. Het komt regelmatig voor dat de collectiehouders een verzoek aan een rechthebbende sturen, na bepaalde tijd nog geen reactie hebben ontvangen en dan aannemen dat toestemming stilzwijgend is verleend. Dat is echter geen expliciete toestemming!

Naburige rechten

In 1993 voerde Nederland de Wet op de Naburige Rechten in. Die wet lijkt in bepaalde opzichten op de Auteurswet en regelt de rechten van uitvoerende kunstenaars. Dat zijn “de toneelspeler, zanger, musicus, danser en iedere andere persoon die een werk van letterkunde of kunst opvoert, zingt, voordraagt of op enige andere wijze uitvoert, alsmede de artiest, die een variété- of circusnummer of een poppenspel uitvoert” (Art. 1a WNR). Ook producenten (omroeporganisaties, platenmaatschappijen, maar tevens filmproducenten) krijgen op basis van de Wet op de Naburige Rechten bepaalde rechten. Naburige rechten hebben een duur van 50 jaar.

Naburige rechten bestaan in hoofdzaak uit het exclusieve recht tot het verrichten van vier typen handelingen. Ten eerste, het recht op het opnemen van een uitvoering. Ten tweede, het reproduceren van een opname van een uitvoering. Ten derde, het verkopen, verhuren, uitlenen, afleveren of anderszins in het verkeer brengen van een opname van een uitvoering (of van een reproductie daarvan) dan wel het voor die doeleinden invoeren, aanbieden of in voorraad hebben. Ten vierde, het uitzenden, het heruitzenden, het beschikbaar stellen voor het publiek of het op een andere wijze openbaar maken van een uitvoering of een opname van een uitvoering of een reproductie daarvan.

Portretrecht

Het portretrecht is onderdeel van de Auteurswet (Art. 19-21), maar regelt de rechten van personen die in een auteursrechtelijk beschermd werk zijn geportretteerd. We noemen het portretrecht daarom afzonderlijk. Portretrecht blijft geldig tot 10 jaar na het overlijden van de geportretteerde persoon. Welke rechten een geportretteerd persoon heeft, hangt in de eerste plaats af van de vraag of het portret (en dat kan ook een video-opname zijn) in opdracht van die persoon is gemaakt of niet.

Is er sprake van een opdracht, dan mag de geportretteerde (of zijn/haar nabestaande) de afbeelding zelf verveelvoudigen zonder toestemming van de auteursrechthebbende. Voor openbaarmaking is in de meeste gevallen wel toestemming van de auteursrechthebbende nodig. Maar dat werkt twee kanten op. De auteursrechthebbende heeft op zijn beurt weer toestemming van de geportretteerde nodig om de afbeelding openbaar te maken.

Bij afbeeldingen en opnames waar geen sprake van een opdracht is, kan de afgebeelde persoon zich tegen openbaarmaking verzetten wanneer hij of zij daar een ‘redelijk belang’ bij heeft, zoals bescherming van privacy of een commercieel belang (denk daarbij aan merchandising van bekende personen). Het is aan de rechter om te bepalen of daar sprake van is.